"Maakt porno kijken mijn zelfbeeld slechter, of kijk ik juist porno omdat ik een negatief zelfbeeld heb?" Het was een van de onderwerpen die een paar weken geleden in een van de groepen werd gesteld. Eerst viel het even stil. Daarna knikten er een paar mannen. Langzaam ontstond er een gesprek dat dieper ging dan alleen gedrag. Want die vraag, ogenschijnlijk simpel, raakt aan iets wezenlijks.
Een gebrek aan eigenwaarde een van de meest bepalende factoren is bij pornoverslaving en seksueel compulsief gedrag. Veel mensen die worstelen met pornoverslaving voelen diep vanbinnen dat ze niet genoeg zijn. Niet goed genoeg, niet interessant genoeg, niet aantrekkelijk, of sterk genoeg. Porno wordt dan geen manier om jezelf te uitdrukken, maar om iets op te vullen. Niet om op te laden, maar om te ontsnappen. Niet om je levend te voelen, maar om even niets te hoeven voelen.
Achter het scherm zit vaak niet alleen verlangen, maar ook eenzaamheid. Schaamte. Het idee dat wie jij écht bent misschien te veel is – of juist te weinig. Dus voel je je steeds slechter door het kijken van porno? Of kijk je juist omdat je je al slecht voelde?
Maakt porno mijn eigenwaarde minder, of kijk ik porno omdat ik een negatief zelfbeeld heb?
Ons zelfbeeld is niet iets wat we gewoon hebben, het is iets dat ontstaat. Door opvoeding, relaties, vriendschappen, ervaringen. Het is de bril waardoor je jezelf bekijkt – vaak zonder dat je doorhebt dat je door een bril kijkt. En die bril is weer gevormd door de manier waarop anderen ooit naar jou keken.
Stel je voor: je groeit op met ouders die oprecht nieuwsgierig naar je zijn. Die niet alleen reageren op wat je doet, maar proberen te begrijpen wat je voelt. Ouders die tegen je zeggen: “Ik zie dat je verdrietig bent – wil je er iets over vertellen?” In zo’n context leert een kind: ik mag er zijn, ook als ik niet weet wat ik voel. Mijn binnenwereld doet ertoe.

Pornoverslaving en hechting
Maar misschien groeide je op in een ander huis. Waar emoties werden onderdrukt, of meteen opgelost moesten worden. Waar je vooral werd aangemoedigd om ‘je best te doen’, flink te zijn, of niet tot last te zijn. Of waar angst – voor de wereld, voor kwetsbaarheid, voor wat anderen denken – zo sterk was, dat er weinig ruimte was voor jouw eigenheid. In zo’n omgeving leert een kind: ik moet me aanpassen om geliefd te zijn. Ik moet vooral niet te veel voelen. Mijn echte ik is misschien te veel. En ergens daar begint het: De manier waarop je jezelf leert zien, hangt samen met hoe je ontvangen bent. Dat is hechting. En dat vormt de bodem van je zelfbeeld. Maar die bodem is niet altijd stevig.
“De persoon leert: negatieve emoties los ik op
met seksuele prikkels.”
— Gertjan van Zessen
Hoe vermijding verslaving wordt: de cyclus in beeld
Bij seks-, liefde- of pornoverslaving speelt vaak een diepgewortelde angst: Ben ik wel de moeite waard als jij mij niet kiest, niet bevestigt, niet ziet? Volgens dr. Patrick Carnes – pionier op dit gebied – is verslavend gedrag geen losstaand iets, maar maakt deel uit van een verslavingssysteem dat bestaat uit twee met elkaar verbonden cirkels. In de onderste cyclus zie je het herhalende gedrag in vier fasen:
-
Preoccupatie – constante gedachten aan het gedrag
-
Ritueel – het opstarten van een vertrouwd patroon
-
Acting out – het gedrag uitvoeren, met kortstondige opluchting
-
Wanhoop– spijt, schaamte en eenzaamheid achteraf
Deze cyclus blijft zich herhalen, steeds meer tegen iemands wil in. Wat minder zichtbaar is, is de bovenste cirkel: het verslavingssysteem waar dit gedrag uit voortkomt.
De verborgen motor onder verslavend gedrag
Dat systeem begint bij negatieve kernovertuiging: “Ik ben niet goed genoeg”, “niemand ziet mij echt”, “ik ben alleen als ik niets presteer”. Die overtuigingen leiden tot verstoord denken, waarin de realiteit vervormd wordt. Dan volgt de verslavingscyclus zelf, en uiteindelijk leidt het tot onhandelbaarheid: iemand merkt de schade op, maar voelt zich machteloos om te stoppen. En precies daar begint het opnieuw. De pijn bevestigt weer de oude overtuiging: Zie je wel, ik ben een mislukkeling.
Deze vroege ervaringen – waarin je leert je aan te passen, je gevoelens in te slikken en je echte zelf te verstoppen – sluiten naadloos aan bij wat Patrick Carnes het negatieve kernscript noemt. Volgens hem vormt verslavingsgedrag zich niet in het luchtledige, maar wortelt het in een systeem van overtuigingen die je al vroeg ontwikkelt: “Ik ben niet goed genoeg”, “Ik ben te veel”, “Liefde en aandacht moet ik verdienen door me aan te passen.” Die overtuigingen leiden tot vervormd of verstoord denken, vermijding van echte verbinding en uiteindelijk tot compulsief gedrag.
Wat je echt zoekt, zit niet in het scherm
Het lastige is: de meeste mensen richten zich vooral op het gedrag. Omdat dat zichtbaar is. Omdat dát als het probleem wordt ervaren. Maar dat gedrag probeert vaak juist een dieper, onzichtbaar probleem op te lossen.
Als je hebt geleerd dat je gevoelens niet welkom zijn, ga je manieren zoeken om die gevoelens te verdoven. Dan wordt verslaving geen keuze, maar een overlevingsstrategie. Wat begint als een poging tot troost, eindigt vaak in bevestiging van het oude gevoel: ik ben niet goed genoeg.
Daarom is stoppen alleen niet genoeg. Herstel begint met nieuwsgierigheid. Wat hoopte ik te voelen? Wat wilde ik vermijden?
En met mildheid. Niet met perfectie.
Hoe doorbreek je het patroon?

Het belangrijkste wat je kan doen om het patroon te doorbreken is door er met iemand over te gaan praten. Met een vriend, je partner, een deskundig therapeut, in groepstherapie, of anoniem bij zelfhulpgroepen zoals Anonieme seks en liefdesverslaafden (S.L.A.A.).Natuurlijk kan je ook contact opnemen met mij. Ik werk veel met mannen die worstelen. dwangmatig pornogebruik, schaamte en zelfbeeld.
👉 Lees hier meer over hypnotherapie bij verslaving.
Reactie plaatsen
Reacties